Ga direct naar: navigatie
Ga direct naar: inhoud
Nieuws - 20 augustus 2021

'We kunnen veel leren van termieten' - Artist in Residence 2020 Marianna Maruyama

Wat maakt termieten zo fascinerend?

'Termieten zijn heel mysterieuze wezens. Dat ik ze zo interessant vind, komt niet alleen door hun belangrijke ecologische functie, maar ook door de manier waarop ze denken en werken. Jarenlang was ik er helemaal niet meer mee bezig. Maar eind 2019 begon er iets te kriebelen – misschien omdat ik even geen zin meer had om met mensen bezig te zijn. Dat gebeurde toen ik Underbug van Lisa Margonelli las over termieten en het onderzoek dat er vanuit verschillende vakgebieden was gedaan, onder meer op het gebied van KI, genetica en natuurwetenschappen. 
Door mijn werk en onderzoek in het teken te stellen van deze insecten kon ik me opnieuw verwonderen.

Ik herinner me hoe termieten in mijn jeugd alleen zichtbaar werden als er een felgekleurde tent over een compleet huis werd gezet om ze te bestrijden: een feestelijke dekmantel voor een dodelijk en giftig proces. Het boeit me dat het subtiele werk van termieten zo lang onopgemerkt, bijna onzichtbaar, kan blijven en dat onze aandacht er plotseling naartoe trekt als de fundering van een huis begint in te storten. Ik zie daarin parallellen met mijn werk als kunstenaar.

Daarnaast vind ik het fascinerend hoe de houding van mensen tegenover termieten wereldwijd verschilt. Laatst vertelde een vriend uit Australië me over het fenomeen ‘white-anting'. Dat is een politieke metafoor die wordt gebruikt om het proces van uitholling van binnenuit te beschrijven, bijvoorbeeld wanneer er van binnenuit informatie wordt gelekt om de doelen van een groep te ondermijnen. In plaatsen als het zuiden van Florida vormen termieten een groot probleem voor huiseigenaren en worden ze doorgaans gezien als een bedreiging. In Italië, waar ik mijn onderzoek doe, leven ze vooral onder de radar. In Nederland komen ze niet voor omdat het hier te koud is, dus veel mensen hebben ze nog nooit gezien en denken er ook niet over na. Daarmee onderscheiden ze zich van andere sociale insecten, zoals mieren en bijen, die iedereen wel eens heeft gezien.'
 

Zijn termieten een voorbeeld van de ontelbare 'onzichtbare' intelligente wezens die ons omringen?

'Ja, en het aspect ‘telbaar/ontelbaar’ is daarbij heel belangrijk. Natuurlijk zien we dat het afzonderlijke beestjes zijn, maar in hun eentje zijn ze vrij machteloos. De zichtbaarheid is vooral een kwestie van aandacht. Hoe vind je termieten? Entomoloog Silvia Ghesini van de Universiteit van Bologna vertelde me dat je moet denken als een termiet: je moet weten waar ze van houden (warme, vochtige plekken bijvoorbeeld) en dan met een metalen voorwerp als een schroevendraaier of een beitel het hout openbreken. En soms, als je echt weet waar je moet zoeken, is het slechts een kwestie van een blok hout omdraaien. Ik moet er wel bij zeggen dat ik ze in Rome nog niet heb gevonden.

Over termieten is al veel gezegd: het zouden superorganismen zijn, uitgebreide organismen, sociale insecten, netwerken. Het is moeilijk om inzicht te krijgen in hun intelligentie. We kunnen echter veel van ze leren, over patronen, beweging, netwerken, genetica, maar ook over de intergenerationele overdracht van kennis. Dat vind ik met name interessant, omdat ik me vanuit mijn werk bezighoud met belichaamde kennis, taal, en de vraag wat er doorgegeven wordt of verloren gaat tijdens de overdracht. Het heeft ook raakvlakken met het proces van vertalen, een van mijn favoriete onderwerpen.'
 

Hoe combineer je kunst en wetenschap in dit onderzoek?

'Naar mijn mening zijn kunst en wetenschap al vanaf het eerste begin met elkaar verbonden, in elk geval in termen van methodologie. Het begint met het verlangen om meer te weten te komen over iets, of bestaande kennis in twijfel te trekken. Daarna volgt een proces van experimenteren, dat je ofwel dichter bij je doel breng of je er juist verder van wegleidt. Ik vind dat Sarah Ahmed dat perfect beschrijft in haar boek What's the Use? Daarin stelt ze: “Soms heb je lokale kennis nodig om iets te kunnen gebruiken; om echt vertrouwd met iets te raken, moet je leren aanvoelen hoe ver je kunt gaan voordat het stopt met werken.” In mijn ogen lijkt dat veel op wat er in de artistieke praktijk en in wetenschappelijk onderzoek gebeurt: leren aanvoelen hoe ver je kunt gaan voordat iets stopt met werken. In mijn geval wilde ik me voor de verandering in de natuurwetenschappen verdiepen en kijken hoe taal, poëzie en mijn streven om meer te leren over deze organismen de communicatie van wetenschappelijke ideeën kan beïnvloeden.  Ik experimenteerde niet met termieten in een laboratorium en zette ook geen grootschalige expedities op om ze te vinden. Ik probeerde me in een onderwerp te verdiepen dat doorgaans voorbehouden is aan specifieke wetenschappelijke benaderingen en doelgroepen. Mijn doel was dan ook deels om als het ware de poort open te breken en een ander perspectief te bieden. Ook dat hebben wetenschap en kunst gemeen: ze worden nogal afgebakend voor specialisten. Maar ze zijn voor iedereen, en iedereen heeft het in zich om beide te kunnen waarderen. In dat opzicht is de opkomst van burgerwetenschap ontzettend inspirerend, en iets waar ik als leek ook aan bijdraag.'
 

Heb je tijdens je onderzoek in Rome last gehad van de Coronacrisis? Zo ja, op welke manier?

'Mijn onderzoek bleef een beetje ondergronds, net als de termieten. Ik kon minder uitproberen, aftasten, voelen en gesprekken voeren vanwege de beperkte contacten met andere mensen. Ik wilde ook Rome liever niet uit om onderzoekers en specialisten in andere Italiaanse steden te spreken. Veel onderzoekslaboratoria waren gesloten, maar ik heb toch een aantal geweldige mensen kunnen ontmoeten, zoals conservatiespecialist Eugenio Veca van het Istituto Centrale per il Restauro e la Conservazione del Patrimonio Archivistico e Librario (ICPAL, het centraal instituut voor restauratie en conservatie van archiefmaterialen en boeken). En dankzij de vriendelijke introductie van KNIR-bibliothecaresse Janet Mente kreeg ik de kans om te praten met Giovanni Pagani, directeur van Recanati e Restauro en docent conservatie en restauratie van archiefmaterialen. Die had een prachtige verrassing voor me: ik mocht een door insekten aangetast boek uit de 16e eeuw vasthouden.

Ben je onverwachte dingen tegengekomen tijdens je onderzoek?

'Toen ik voor het eerst naar termieten ging zoeken in Rome, deed ik wat me logisch leek: ik nam contact op met lokale bestrijders. Ik was zo naïef om te denken dat die wel met me wilden praten als ik liet vallen dat ik een kunstenaar ben die aan een boek werkt over termieten in Rome. Maar de heren – allemaal mannen, tot nu toe – bleken nogal verlegen. Sinds september ben ik met één professionele bestrijder in gesprek via Instagram, en hij is nu zo vriendelijk om me filmpjes van termieten te sturen als hij ze tegenkomt. Maar die terughoudendheid had ik niet verwacht.'
 

Wat is het doel van je onderzoek?

'In een gesprek met entomoloog Silvia Ghesini viel me echt op hoe moeilijk het is om wetenschappelijk onderzoek en ideeën te communiceren naar het zogenaamde 'grote publiek'. We hadden het erover hoeveel makkelijker kinderen andere organismen en levensvormen waarderen, en hoe zij de beste wetenschappelijke vragen stellen wanneer Silvia en haar collega's naar buiten treden om over hun onderzoek te praten. Het vergt best wel wat moed om je buiten je eigen vakgebied te begeven en te worden geconfronteerd met hoeveel je niet weet. Mijn onderzoek is een doorlopend proces zonder vast einde. Dat betekent dat het doel nog niet helemaal vaststaat, dat ontwikkelt zich tijdens het proces.'
 

Klopt het dat je een boek of film gaat maken over het onderzoek?

'Op dit moment werk ik aan een grafisch rijk uitgewerkt boek, met foto's, tekeningen en archiefbeelden die verband houden met de specifieke leefgebieden van termieten in Rome. Er staat ook een film op de planning, die ik voor het grootste deel deze zomer wil opnemen in Rome. Daarvoor ben ik aan het schrijven, opnamelocaties aan het plannen en mijn team aan het samenstellen via mijn studio in Den Haag. Ik ben erg dankbaar voor de beurs van het KNIR en de KNAW, en voor de steun van het Mondriaan Fonds, dat me in staat stelt om een half jaar aan dit project te werken.'

Toen ik voor het eerst naar termieten ging zoeken in Rome, deed ik wat me logisch leek: ik nam contact op met lokale bestrijders.

Gerelateerd