Verbeelding en empathie

20-08-2021

PROJECTEN
 

De Akademie van Kunsten organiseert projecten om haar stem in het maatschappelijk debat te laten horen en samenwerking te bevorderen tussen kunst, wetenschap en maatschappij. 

 

 de Aademie van Kunsten?

 

Zeven leden van de Akademie van Kunsten leverden een bijdrage aan het boek Arts Education Beyond Art: Teaching Art in Times of Change

Op maandagavond 24 augustus 2015 presenteerde Uitgeverij Valiz, in samenwerking met de Akademie van Kunsten het boek Arts Education Beyond Art: Teaching Art in Times of Change, een bundeling van essays van academici en kunstenaars, vol scherpe analyses en creatieve ideeën voor een nieuwe benadering van kunst in het onderwijs.

ONTWIKKEL DE VERBEELDING, BEVORDER EMPATHIE - GIJS SCHOLTEN VAN ASCHAT

Ik denk dat het belangrijk is dat kinderen tijdens hun lagere en middelbare schooltijd een gevarieerd en divers aanbod krijgen. Een aanbod waarmee ze al hun kwaliteiten kunnen ontdekken en leren ontwikkelen. Vanuit mijn vakgebied, de podiumkunsten, wil ik een aantal ervaringen met u delen.

Voor kinderen is spelen een aangeboren kwaliteit. Nog voor ze naar school gaan ontwikkelen ze een enorme fantasie. Een prop papier kan een steen of een voetbal zijn, een stok, een zwaard of een vliegtuig, alles kan. Voor de groei van het kind is het belangrijk dat ook op school die ontwikkeling van verbeelding en fantasie doorgaat. Dat kan onder andere door drama- en improvisatielessen. Om samen te spelen heb je een zekere discipline nodig. Je leert te luisteren, te wachten op je beurt. Je moet samenwerken om samen te kunnen spelen, je zult je aan moeten passen. Je wordt onderdeel van een gezamenlijk verhaal.

Het ontwikkelen van de verbeelding van kinderen is erg belangrijk. Uit onderzoek is gebleken dat kinderen die van het rechte pad afwijken vaak een gebrek aan verbeelding en empathie hebben. Verbeelding is niets anders dan je voorstellen wat er gebeurt als jij iets doet, en wat daar dan de consequenties van zijn. Door te spelen leer je je te verplaatsen in een ander en onderga je de gevoelens van iemand in een gefingeerde situatie. Kinderen die daar bedreven in zijn ontwikkelen zo een grotere empathie voor anderen. Ze hebben die anderen namelijk gespeeld en ook doorvoeld.

Bij een goed ontwikkelde verbeelding kun je je voorstellen hoe het is om in een situatie te raken die je nog niet hebt meegemaakt. Zo kun je leren wat je moet doen in zo’n situatie. Door het spelen roep je ook de gevoelens op die bij die spelsituatie passen. Door het spelen van verschillende rollen ga je de rollen die je speelt beter begrijpen, je ontwikkelt hierdoor ook een zekere empathie voor personen die ver van je af staan, maar dichterbij komen door ze te spelen of met ze te spelen. Je voelt hoe het is om gekleineerd te worden, of te worden bedreigd. Kinderen die intimiderend zijn of crimineel gedrag vertonen hebben vaak een slecht ontwikkelde verbeelding, ze kunnen zich domweg niet voorstellen wat de consequenties van hun daden zijn. Kinderen die alles durven, de branieschoppers, hebben vaak een gebrek aan verbeelding. Ze tonen geen angst, want angst is niets anders dan je voorstellen wat er kan gebeuren in de toekomst.

Drama kan voor veel kinderen een heerlijke uitlaatklep zijn: je mag je emoties laten zien, je mag je laten gaan, want het is maar spel.

Ooit, toen ik Hamlet speelde, bezocht ik een school in Amsterdam-West. Meer dan de helft van de leerlingen was allochtoon. Een leraar had het stuk met ze gelezen, ze waren naar de voorstelling geweest en twee Marokkaanse meisjes met hoofddoek hadden voor mijn bezoek een gedeelte van de tekst van Rosenkrans en Guildenstern, twee vrienden van Hamlet, uit hun hoofd geleerd. Ik heb met de hele klas over het stuk gepraat en het met de meisjes, die aanvankelijk heel verlegen waren, gespeeld. Gedurende die middag zag je de hele dynamiek in die klas veranderen, de lefgozertjes die in het begin nog zaten te klooien gingen langzaam om. Er gebeurde iets. De leraar vertelde me later dat na die middag de klas veranderd was. Ten goede.

Ik zou ook iets willen zeggen over de media in het cultuuronderwijs. We leven in een beeldcultuur. We worden omgeven door zoveel beeld en informatie dat het ons duizelt. Beeld en geluid zijn onze grootste informatiedragers. Maar hoe werkt het. Is wat je ziet waar? Wie bepaalt het beeld? Wie maakt de keuze van wat wij zien? Het lijkt me onvermijdelijk dat we onze kinderen les moeten geven in het duiden van al die beelden en hen moeten leren hoe ze gemaakt worden. Een beeld of een film is altijd een keuze van de maker. Wat laat ik zien en wat niet? Hoe werken de media? Het journaal is niet HET nieuws. Het is een keuze uit het nieuws. Hoe werken de sociale media? Wie heeft er belang bij jouw Facebookbezoek en waarom, et cetera.

De beeldcultuur moet je leren begrijpen en duiden, hetzelfde geldt voor de grote verhalen in de wereld: de verhalen achter de religie, de klassieke oudheid, de grote literatuur. Van Odysseus via Mohammed naar Boeddha, van Candide naar Star Wars. Uiteraard staat of valt goed onderwijs bij een bevlogen en een kundige leraar, die voor een groep leerlingen staat die te behappen is. Kleinere klassen zijn onontbeerlijk. Tot slot zou ik ervoor willen pleiten dat de status van de leraar wordt verhoogd. Een hogere vergoeding is een begin.

 

Credits lead foto: Johannes Dietschi Hochschulkommunikation ZHdK Theater der Kunste

Afbeeldingen

Cookie-instellingen