Kunstenaars die de afgelopen jaren verbleven in Rome als artist-in-residence bij het KNIR.
Kunstenaars die de afgelopen jaren verbleven in Rome als artist-in-residence bij het KNIR.
Jaarlijks kiezen de Akademie van Kunsten en het Koninklijk Nederlands Instituut Rome een kunstenaar die als artist-in-residence verbonden is aan het KNIR. Deze kunstenaar verblijft 3 maanden op locatie om onderzoek te doen voor een eigen project.
Op deze pagina een overzicht van alle kunstenaars die de afgelopen jaar fellow waren bij het KNIR.
Onder de titel Mussolini in the Family stelt kunstenaar en propagandaonderzoeker Jonas Staal de vraag: ‘Wat betekent het om de zaden van het fascisme binnen de eigen familie te vinden, en wat is de rol van familie in de geschiedenis en de hedendaagse manifestatie van (neo)fascisme?’
Daarbij is een belangrijk vertrekpunt voor hem in dit onderzoek de theorie van Sloveense socioloog en psychoanalist Rastko Mocnik, die stelde dat iets niet zo zeer wel of niet fascistisch is maar die zich afvroeg ‘Hoeveel fascisme is er aanwezig?’. Staal verduidelijkt: “Oftewel, de zaden van fascisme zijn altijd aanwezig in een gegeven gemeenschap, de vraag is of wij ons bewust zijn van dit verleidelijke autoritarisme?”
De link van zijn onderzoek met het KNIR en de stad Rome is evident voor Staal. Het gebouw van het KNIR werd op 29 april 1933 in het bijzijn van Benito Mussolini geopend. Staal: “Maar des te meer vanwege het oorspronkelijke doel van het KNIR – de studie van de Vaticaanse archieven – wat voor een propaganda-onderzoeker als ik symbolisch is. Omdat het eerste formele propagandabureau, de Congregation de Propaganda Fide, in 1622 door paus Gregorius XV werd opgericht.”
Het onderzoek heeft ook een persoonlijke component. De Zwitserse overgrootmoeder van Staal was zorgdrager van het huishouden van Dino Alfieri, de minister van Propaganda onder Mussolini. Tijdens deze periode in Rome duikt hij dan ook in zijn eigen familiegeschiedenis.
Staal vertelt: “Ik denk dat het onderzoeken van het verhaal van mijn familie, gelijktijdig met de historische realiteit en de hedendaagse manifestatie van (neo)fascisme, het mogelijk maakt om precies deze complexe waarheid aan te pakken: dat fascisme niet zozeer terugkeert, maar bestaat als een voortdurende aanwezigheid.”
Een belangrijk aspect van deze artist-in-residence is de kruisbestuiving tussen kunst en wetenschap. Het onderzoek van Staal combineert verschillende disciplines en past daarmee goed bij deze residentie. “In dit onderzoek combineer ik zogenaamde ‘embodied knowledge’ [kennis opgeslagen en vergaard via het lichaam], visuele praktijk en historisch onderzoek”, aldus Staal.
Beeldend kunstenaar Babs Bakels onderzocht in Rome de spirituele en juridische context van opgegraven beenderen in archeologische depots.
Vanuit een reconstructie van het verleden werkte ze aan een poëtisch, hedendaags uitvaartritueel, dat vorm krijgt in een geluidsinstallatie. Bakels licht toe: “Opgegraven beenderen van wetenschappelijke waarde, komen uiteindelijk terecht in de depots van archeologische diensten. De verplaatsing van graf naar archiefdoos, verandert ook hun juridische status. Door een fascinerende bepaling in het Romeins recht zijn opgegraven botten geen lijken meer, maar roerende goederen waarover eigendomsrecht kan gelden. In Rome onderzocht ik of die juridische transfiguratie omkeerbaar is en op welke manier de sacrale en seculiere benadering van stoffelijke resten verenigbaar zijn.”
Babs Bakels studeerde beeldende kunst aan de Breitner Academie en Kunstgeschiedenis aan de VU. Als curator was zij betrokken bij de oprichting van uitvaartmuseum Tot Zover op begraafplaats De Nieuwe Ooster. Haar beeldend werk gaat over de omgang met de dood. Zo maakte ze in 2021 samen met Vibeke Mascini de installatie The body that once was you: gezeten in een veld van menselijk botstof visualiseert de bezoeker zijn eigen dood. Daarnaast publiceert Bakels regelmatig over onderwerpen op het snijvlak van kunst en de dood. In 2021 maakte ze de podcastserie Kassiewijle voor de VPRO.
Vanaf september 2022 is het collectief 'De Onkruidenier', bestaande uit Rosanne van Wijk, Ronald Boer en Jonmar van Vlijmen, te gast bij dit wetenschappelijke instituut om in de nabijgelegen Pontijnse moerassen onderzoek te doen naar de dynamiek tussen de mens en een veranderend landschap.
Met het artistieke onderzoeksproject ‘SWEET — SWEAT’ onderzoekt de Onkruidenier sinds 2015 hoe mensen zich aanpassen aan het landschap dat als gevolg van klimaatverandering te maken heeft met een dalende bodem en waterstijging. Dit deed het collectief eerder op verschillende plekken in Nederland, met name in het voormalige Zuiderzee-gebied. De residency in Rome geeft het collectief de mogelijkheid om een nieuw internationaal hoofdstuk aan hun onderzoek toe te voegen met de titel: Cultural Sedimentation, Resilient Adaptation and Aquatic Speculation.
De Pontijnse moerassen ten zuidoosten van Rome vormen een dynamisch landschap dat eeuwenlang onderhevig is aan fluctuerende grondwaterniveaus, droogleggingen en veranderingen in biodiversiteit, cultuur en economie. De Onkruidenier stelt de vraag: “Kunnen wij als mensen ons aanpassen aan een veranderend landschap in plaats van te proberen het te controleren?”. Deze vraag vormt het startpunt voor interviews, veldonderzoek en interventies in het landschap. Hierbij zoekt het collectief actief de samenwerking met lokale bewoners, boeren en wetenschappers.
Beeldend Kunstenaar Marianna Maruyama werkte aan het KNIR aan een korte film en een publicatie rondom het project Nile Blue A. Nile Blue A verwijst naar een van de twee kleurstoffen die gebruikt worden om termieten mee te markeren tijdens een experiment in de jaren negentig. Termieten worden vaak gezien als ongedierte, maar Maruyama ziet dat anders: “Ik hoop dat ik termieten kan neerzetten als intelligente wezens en kan laten zien dat wij, mensen, in een wereld leven vol met intelligente wezens.”
De drie maanden die Maruyama in Rome doorbrengt, zal ze gebruiken als onderzoeksperiode voor haar project. Ook zal ze visueel materiaal maken, onder meer in de bibliotheek van het Capitool, de plek waar tijdens de jaren negentig een kolonie termieten leefde. De focus van Maruyama’s project ligt op het creëren van een open discussie waarin wetenschappelijke essays en poëtische en fictionele teksten en beelden, een rol spelen.
Marianna Maruyama doceerde aan het Dutch Art Institute, gaf gastlessen aan de Gerrit Rietveld Academie te Amsterdam en is kunstenaar-onderzoeker op uitnodiging van Stichting Sedje Hémon in Den Haag. Haar werk is uitgevoerd en tentoongesteld in onder andere het Stedelijk Museum Amsterdam, documenta14 Parliament of Bodies (Kassel, Duitsland), het Centraal Museum, Utrecht ( NL), en CAC Vilnius (Litouwen). Ook heeft ze verschillende publicaties op haar naam staan. Fellows Artist in Residence in Rome.
Tijdens een verblijf in New York in 1992 kwam kunstenaar Rini Hurkmans in aanraking met een persfoto van het moment dat de Pietà van Michelangelo (1499) werd aangevallen in 1972. Bij deze aanval ging de linkerarm en daarmee het gebaar van aanbieden en presenteren, van de Pietà verloren. Het oorspronkelijke gebaar dat vraagt om engagement van het publiek bij de voorstelling van de Pietà werd hiermee vernietigd. Volgens Hurkmans kunnen op de foto van deze gebeurtenis zowel de aanvaller, Lazlo Toth, als het beeld zelf als slachtoffer worden geïnterpreteerd. De dualiteit van deze foto is sindsdien een bron van inspiratie voor al haar werk, dat zich voornamelijk bezighoudt met het begrip van verlies en afwezigheid in relatie tot ethiek en politiek. Het is voor Hurkmans belangrijk om in haar werk bezig te zijn met de manier waarop de samenleving, het politieke en kunst met elkaar in gesprek gaan.
Na een bezoek aan Rome samen met een kunsthistorica werd Hurkmans geprikkeld om verder onderzoek te doen naar de persfoto. Tijdens haar residence bracht ze verschillende betekenislagen van de gebeurtenis in kaart. Hierbij ging ze heel systematisch te werk en construeerde ze een theoretisch en visueel kader. Als onderdeel hiervan bezocht ze natuurlijk de Pietà zelf, maar ook verschillende restauratieateliers en de marmergroeve in Carrara, waar het marmer voor het werk van Michelangelo vandaan komt. Tijdens deze bezoeken hield ze zich onder andere bezig met de volgende facetten: de uiteenlopende betekenissen van de aanval en de authenticiteitskwestie die gepaard gaat met een restauratieproces.
Gedurende haar residence heeft Hurkmans veel gehad aan de kruisbestuiving met academici. In de eerste plaats werkte ze samen met de bibliothecaresse van het KNIR om het materiaal te verzamelen dat ze nodig had voor haar onderzoek. Tegelijkertijd werd ze enorm ondersteund in het vertalen van Italiaanse werken. Ook voerde ze regelmatig gesprekken met jonge en ervaren onderzoekers die vanuit hun onderzoeksveld hun perspectief deelden op de aanval op de Pietà. De vele afspraken met deze onderzoekers, maar ook de meer persoonlijke ontmoetingen waren een vruchtbare bron voor uitwisseling.
Daarnaast hoopt ze zelf ook te kunnen bijdragen aan het integreren van het gebruik van beeld in academisch onderzoek. In ons gesprek vertelde ze dat er bij onderzoekers soms nog een gebrek is aan het inzetten van beeld bij het presenteren van hun onderzoek. Dit terwijl er uit beeldmateriaal op zich veel informatie te winnen valt. Het kan een verrijking zijn op het huidige werk van jonge onderzoekers om na te denken over het belang van beeld. Tijdens haar residence heeft ze geprobeerd om de academici hiervan bewuster te maken, bijvoorbeeld door een PowerPointpresentatie over haar onderzoek te presenteren waarin enkel visueel materiaal voorkomt. Ze hoopt hier ook meer vervolg aan te kunnen geven in de toekomst en bracht verschillende ideeën op, zoals een workshop over beeld en onderzoek alsmede het maken van een tentoonstelling. Waar het Artist in Residence programma nu nog jong is, zou het inbedden van meer mogelijkheden tot dergelijke bestuiving van kunst naar wetenschap in de toekomst nuttig kunnen zijn.
Ze heeft tijdens haar verblijf gebruik gemaakt van film, fotografie, tekst en beeldhouwwerk. Zelf beschouwt Hurkmans haar werkperiode in Rome als zeer waardevol. Ze heeft met volledige toewijding kunnen werken aan haar onderzoek dat werd gestimuleerd door de nieuwe inzichten die voortkwamen uit de samenwerking met academici.
Boekontwerpster Irma Boom benutte haar AIR om in de bibliotheek van het Vaticaan en andere oude bibliotheken onderzoek te doen naar de conventies voor het ontwerpen van boeken. Dit is onderdeel van Booms project Book on books. Door oude boeken te bestuderen, wil ze inspiratie vinden voor de boeken van de toekomst. Zo wil ze boeken vitaal houden.
Het boekenvak van nu is vaak conservatief, vindt Boom. Bij oude boeken zijn er juist geen conventies. Zo had men bij handgeschreven boeken, manuscripten, nog alle vrijheid. Irma Boom kan in Rome in oude bibliotheken, waaronder die in Vaticaanstad, de materialiteit van oude boeken onderzoeken. Voor dat werk kan Irma Boom samenwerken met de wetenschappers die tijdelijk wonen en werken op het KNIR. Het resultaat van haar onderzoek zal Boom publiceren in haar Book on Books.
Irma Boom is bekend als ontwerper van boeken, bijvoorbeeld van boeken gemaakt met Rem Koolhaas en van het SHV-boek. Ze maakte ook de huisstijl van het Rijksmuseum. Verder ontwierp ze het tegeltableau van de fiets- en voetgangerstunnel bij het Station Amsterdam Centraal.
Luister naar haar bevindigen in het Vaticaan: Interview bij NPO Radio 1 Nooit meer Slapen
Marijke van Warmerdam staat bekend om haar korte film-loops, fotografie en sculpturen, waarmee ze sinds 1995 deelneemt aan grote internationale tentoonstellingen, zoals de Biënnale in Venetië (1995) en Documenta X in Kassel (1997). Haar film Douche was jaren op station Schiphol te zien. In 2011 had Van Warmerdam een grote overzichtstentoonstelling in Museum Boijmans van Beuningen, die doorreisde naar Museu Serralves in Porto (2012) en Kunsthalle Düsseldorf (2014). Haar werk is opgenomen in collecties van internationale musea, zoals Centre Georges Pompidou in Parijs, het MuHKA in Antwerpen en het Stedelijk Museum Amsterdam.
Tegen de achtergrond van een stedelijke ruimte met pleinen, dakterrassen, torens en fonteinen wil Van Warmerdam een artistiek onderzoek doen naar de dynamiek van het straatleven in Rome. Bovendien wil zij haar project in verband brengen met het aspect beweging in de barokke architectuur en schilderkunst. De wetenschappelijke inbreng van het KNIR over de stad en haar geschiedenis zal een waardevolle bijdrage leveren. Geïnspireerd door haar verblijf in Rome zal Van Warmerdam voortbouwen op een vaker in haar films voorkomend motief: repetitieve beweging.
Sytske Kok was van 1 september tot 1 december 2016 Artist-inResidence bij het Koninklijk Nederlands Instituut Rome, samen met Stefano Odoardi.
Sytske Kok (1970) is schrijver en regisseur. Samen met Stefano Odoardi ontwikkelt ze momenteel twee speelfilmprojecten. Een van die projecten, Dark Matter, wordt tijdens hun verblijf bij het KNIR verder ontwikkeld. Dark Matter vertelt het verhaal van Antonio, een wetenschapper die onderzoek doet naar Dark Matter, wiens leven op zijn kop wordt gezet wanneer, na de plotselinge dood van zijn vader, zijn zoon op mysterieuze wijze verdwijnt en hij hem moet gaan zoeken. De film wil aanzetten tot reflectie over de mysteries van ons universum en hoe we omgaan met het onbekende.
Sytske Kok is afgestudeerd aan de Nederlandse Filmacademie en het Binger Filmlab. Ze regisseerde de internationaal geprezen korte film The Chinese Wall en de tv-film Impasse waarvoor ze ook het script schreef. De laatste jaren heeft ze zich vooral toegelegd op het schrijven van scenario's. Ze schreef het script voor de tv-film Tunnel Vision, geregisseerd door Stefano Odoardi. Tunnel Vision is geselecteerd en bekroond op verschillende internationale filmfestivals. Naast het zelf schrijven doceert Sytske scenarioschrijven aan de Schrijversvakschool, de Amsterdamse Filmschool en de Kunstacademie St. Joost in Breda.
Bekijk de website voor een volledige filmografie en actuele informatie over Sytske's werk.
Maaike Schoorel is een internationaal geprezen kunstenaar die geïnteresseerd is in het vermogen van de geest tot waarneming en visueel begrip. Ze heeft lang en hard nagedacht over de mechanismen van het geestesoog: zich concentreren op hoe het object de zintuigen prikkelt en hoe wat we zien vorm krijgt en bepaalde associaties oproept, visueel en anderszins. Haar schilderijen vereisen dus heel dichtbij kijken, een proces van geven en nemen, een stapsgewijze ontrafeling van visuele aanwijzingen.
Hoewel ze gebaseerd is op een grondige intellectuele analyse, zijn haar schilderijen weelderig en schilderachtig. Van een afstand schijnbaar monochromatisch, onthullen ze langzaam hun interne vuurwerk, smeulende fosforescenties die langzaam samenkomen, afhankelijk van hoe je ernaar kijkt, en dan langzaam vervagen.
De achtergevel van het KNIR gebouw in Rome